Op pad met Maxi – Een week in het bos
Er zijn van die plekken waar je meteen voelt: hier wil ik even blijven. Zo’n plek is het huisje waar Maxi en ik deze week verblijven — midden in het bos, ver weg van drukte, agenda’s en schermen. Alleen wij, de stilte, en het ruisen van de wind door de bomen.
Elke ochtend starten Maxi en ik onze dag met een wandeling. De zon piept dan nog maar net door het bladerdak en alles voelt fris en nieuw. Maxi loopt voor me uit, zijn neus druk in de weer, op zoek naar spannende geurtjes en verborgen sporen. En ik? Ik volg rustig, met mijn camera om mijn nek, klaar om elk bijzonder moment vast te leggen.
Het bos leeft. Soms heel stil — alsof het zelf ook ademhaalt. En dan weer vol geluid: vogelgezang, geritsel tussen de bladeren, het gezoem van insecten. Ik heb al prachtige vlinders gezien, felgekleurde kevers, en een specht die onverstoorbaar op een boom klopte alsof hij een geheime boodschap probeerde door te geven.
Fotograferen in de natuur is voor mij een vorm van vertragen. Kijken. Echt zien. Het licht dat speelt op een vleugel, de manier waarop een vlinder rust op een bloem, of hoe een libel heel even stil in de lucht hangt. Maxi is de perfecte metgezel — geduldig, nieuwsgierig en altijd blij om samen op ontdekkingstocht te gaan.
’s Avonds blader ik door mijn foto’s, met een kop thee in de hand en een rozige hond aan mijn voeten. Buiten wordt het langzaam donker, maar in mij gloeit nog steeds het licht van de dag.
Deze week herinnert me eraan hoe weinig we eigenlijk nodig hebben om ons rijk te voelen. Een warm huisje, een trouwe viervoeter, en een bos vol verhalen.
Tot morgen, bos. Maxi en ik zijn er weer bij.